Billy Reid is iets van een anomalie, een gelukkige uitbijter in de New Yorkse mannenscene. Natuurlijk, hij heeft twee drukke winkels in Manhattan en nog een op komst in Chicago (waarvan hij zegt dat het zes jaar heeft geduurd voordat het waar was). Maar voor het grootste deel geniet Reid van zijn andersheid.
Dat betekende een bijzonder "zachte, minder kieskeurige" richting voor Spring, ingesteld op een eenzame akoestische gitaar. Als bewijs kneep Reid vóór de show de revers van het jasje van een model strak met zijn hand voordat hij het in zijn oorspronkelijke vorm losliet. 'Dat is boterzacht suède,' zei hij. De twangy Alabamian heeft ook geëxperimenteerd met "gemakkelijke tweeds", evenals met katoen-zijdemengsels, geknoopte badstof en jacquardbreisels. Die drukke jacquards waren een hoogtepunt van de collectie. Ze beeldden geabstraheerde mozaïekscènes van de natuur af: bladeren, everglades, fossiele schelpen en wat de ontwerper een 'zeetuin' noemde. Elk van hen werd bewerkt, herwerkt en nog eens herwerkt voordat ze naar Italië werden gestuurd voor bemonstering.
Reid hield zich meestal aan zijn kenmerkende kleurenpalet van room, aarde en havermout. 'Wees nooit bang voor neutralen,' zei hij. Wel was er sprake van enige verbreding op het gebied van bezuinigingen. Ze waren losser, genereus, bijna baggy. Het lijkt erop dat Reid een heel nieuw archetype in zijn down-home-esthetiek opneemt: sport. Verschillende knielange shorts, die hij inderdaad als ballershorts beschreef, waren bijzonder wijd. Dit betekent dat een basketbalspeler ze op het veld zou kunnen dragen, hoewel hun patroon van de zeetuin enigszins misplaatst is. Vizieren leken ook op baseballpetten en bij veel looks vervingen sneakers (K-Swiss) loafers of veterschoenen.
40,7127837-74.0059413